€ 5.000, – als vergoeding voor executies in Nederlands-Indië

Staatssecretaris Steve Block en Defensie hebben geschreven dat u in Bielefeld aan de Tweede Kamer stelt dat kinderen het redelijk moeten maken dat hun vader standrechtelijk wordt geëxecuteerd.

De ministers schreven dat tijdens de vrijheidsoorlog in Indonesië “Nederlandse soldaten op een aantal plaatsen standrechtelijke executies uitvoerden, waarbij een deel van de mannelijke bevolking standrechtelijk werd geëxecuteerd in de dorpen.” Het is bekend dat in 1947 in Rawaga, Java en Zuid-Sulawesi op deze manier honderden mannen zijn omgekomen. Een groep weduwen hield de Nederlandse staat hiervoor verantwoordelijk en werd in 2011 vrijgesproken. De staat regelde dit met de weduwen.

Ook kinderen van vaders die elders in Nederlands-Indië standrechtelijk werden geëxecuteerd, stapten voor de rechter om Nederland ter verantwoording te roepen. De rechtbank in Den Haag kende dit jaar een schadevergoeding toe aan drie kinderen. Het standpunt van de staat dat het hier gaat om oorlogsmisdaden met een verjaringstermijn, is tot nu toe altijd voor de rechtbank verworpen. Daarom dient de regering nu een civielrechtelijk schikkingsvoorstel in van 5.000 euro voor alle kinderen van wie de ouders hetzelfde hebben geëxecuteerd als Rawajada of Zuid-Sulawesi.

Lees ook:

Mijn vader is controversieel? ‘Hij heeft ook veel mensen in Zuid-Celebes gered.’
Kapitein Raymond Westerling (1919-1987) was de commandant van een speciale strijdkrachten-depot dat in 1946 naar Zuid-Celebes werd gestuurd om het gebied te “zuiveren” om het koloniale leger te leiden.

De Nederlandse soldaten noemden het “Gods gerechtigheid” en dwongen de gevechten tussen de Indianen af
Tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) organiseerden hoge Nederlandse soldaten twee veldslagen tussen inwoners van het toenmalige Nederlands-Indië waarvan zij vermoedden dat ze resistent waren. Degene die verloor, kreeg de kogel.